Wat leuk vind ik dat, als je zoiets doet als boontjes doppen, dat je snapt wat zo’n spreekwoord echt betekent. Het is echt even een klusje, maar het moet wel gebeuren. En de beloning is de moeite waard want verse boontjes, zoals doperwtjes, kapucijners of tuinbonen zijn echt heel lekker. Ik moet wel opbiechten dat voor dit recept mijn vrouw de tuinboontjes heeft gedopt, letterlijk 😀
Tabouleh is een heerlijk frisse salade uit het Midden Oosten. Bulghur korrels, veel peterselie, munt en citroensap zijn de belangrijkste ingrediënten. In dit recept maak ik gebruik van couscous korrels, aangevuld met boekweitkorrels en raapsteeltjes. Het is eigenlijk een beetje een ver-Nederlanste versie van de beroemde salade. Er zijn vast wel wat culinaire scherpslijpers die dat maar niks vinden, maar soit, ik vind het gewoon lekker en met deze ingrediënten past het mooi in de lente.
Rooster de boekweitkorrels op hoog vuur in een droge pan tot ze notig beginnen te ruiken. Doe ze dan over in een steelpannetje en voeg 2 dl water toe, breng aan de kook en laat de boekweitkorrels in 12 minuten mét deksel zachtjes gaar koken. Breng een pan met 2 liter water aan de kook. Doe de cous cous korrels in een kom of diep bord en giet 2 dl kokend water over de cous cous korrels. Laat 10 minuten wellen.
Voeg de gedopte tuinbonen toe aan de rest van het kokende water en laat ze 4 minuten koken. Schep ze daarna uit de pan en direct in een kom met koud water om af te koelen.
Verhit een wok- of hapjespan op matig vuur met 2 el van de olijfolie en voeg daar de blokjes wortel aan toe, laat de wortelbokjes 6 min. zachtjes fruiten in de olie. Voeg dan het hennepzaad, het masala- of kerriepoeder en de uitgelekte tuinboontjes toe. Laat alles nog 1 minuut zachtjes fruiten en zet het vuur uit.
Doe de boekweit en de cous cous over in een kom en roer de korrels los met een vork. Voeg dan de inhoud van de pan, het citroensap en de overige 4 eetlepels olijfolie aan de kom toe, zout en peper naar smaak en meng alles goed door elkaar.
Was ondertussen de raapsteeltjes in ruim water, laat ze even uitlekken en slinger ze voorzichtig droog met een slacentrifuge of mbv een schone theedoek. Verwijder de worteltjes van de raapsteeltjes en snijd de steeltjes in een halve cm dikte, houd het bladgedeelte van de raapsteeltjes apart. Meng de fijngesneden steeltjes door de tabouleh. Schik de blaadjes over de borden (of op één schaal) en schep daar de tabouleh op. Garneer met een partje of plakje citroen. Eet deze tabouleh bij voorkeur direct als hij nog een beetje lauw is.
